
Ze hadden de hele ochtend zitten vergaderen. Stoom kwam onder de deur uit. Stoelen moesten worden aangesleept. Te veel mensen in een te kleine zaal. Het was zo belangrijk dat er een lunch werd geserveerd. Dat kan weer tegenwoordig. Een jaartje geleden mocht dat niet meer om de bezuinigingen. Maar, er is nu vreemd genoeg weer geld. Als buren van de zaal vinden we zo’n lunch nooit erg. Er blijft altijd wel een banaan of ander stuk fruit over dat wij belangeloos innemen. De bezoekers lieten de zaal zo achter. Het heeft iets feodaals. Nu we weer schoonmakers in Bureauwerk gaan aannemen is hier wel aangegeven hoe groot de kloof is met onze nieuwe collega’s. Via de agenda zocht ik op wie de organisator was van deze vergadering. Ik mailde haar met de bijgevoegde foto:
“Laat niet als aangenaam verpozen de ….”
Eerlijk is eerlijk, ik kreeg ook weer snel antwoord terug.
“Mijn excuses, ik ging ervan uit dat de alle overblijfselen weer zouden worden opgehaald!”
Precies daar ging je van uit. Waarom zou je je collega helpen. Heet zo iets niet een bord voor je kop hebben?